Geen giftwinkel in het park!
Stad Gent plant een uitbreiding van het Gravensteen met een moderne constructie, die als gift shop en refter moet dienen. Twee verdiepingen hoog moet het aanhangsel worden.
De geplande uitbreiding is wanstaltig, buiten proportie, en vernielt bovendien het kostbare parkje in de Kuip van Gent waar mensen van de zon kunnen genieten. Wij laten dit niet gebeuren!
Uniek stukje groen
“De groenzone aan de Geldmunt is één van de weinige stukjes woongroen die het stadscentrum telt. Na de jarenlange inname als werfzone, zal het een meerwaarde zijn voor iedereen dat dit terug een publiek toegankelijk parkje kan worden. We streven ernaar hier een kwaliteitsvolle groene plek te realiseren in hartje Gent, afgestemd op de noden van de buurt én de bijzondere context. De budgetten voor de heraanleg van het parkje zijn voorzien voor deze legislatuur.” Dit zijn niet onze woorden maar die van toenmalig schepen van Stadsontwikkeling, Wonen en Openbaar Groen Tom Balthazar in 2016. Al jaren belooft de stad dit stukje groen in de Kuip in orde te brengen en zelfs te verfraaien– het enige open parkje bij het Patershol. Het bleef bij loze beloftes. Ook tijdens de persvoorstelling van het RUP Groen zei de stad bij monde van Sami Souguir “Met het RUP Groen wil het stadsbestuur de open ruimte in Gent zo veel mogelijk behouden en opwaarderen. We moeten vermijden dat bestaande parken, bossen of natuurgebieden verdwijnen.” Vreemd genoeg is deze man ook de Schepen van Cultuur onder wiens bevoegdheid de uitbreiding van het Gravensteen zit. Begrijpe wie kan…
Nu plant de Stad de bouw van een paviljoen dat als nieuwe uitgang van het Gravensteen dienst zal doen, maar ook een refter zal herbergen, een berging, een hoogspanningscabine en een winkel. Hiermee past de dienst Historische Huizen de bekende truc toe van exit through the gift shop. Of zoiets verenigbaar is met de missie van die dienst kan men betwijfelen.
Bovendien zorgt het paviljoen ervoor dat meer dan de helft van de ligzone verdwijnt! Het parkje is een favoriete plek van vele jongeren en ouders om even te pauzeren, af te spreken, of gewoon te zonnen.
Het Gravensteen heeft volgens Doreen Gaublomme, directeur dienst Historische Huizen, een maximumcapaciteit van 500.000 bezoekers per jaar, een cijfer dat in 2019 dicht benaderd werd met een bezoekersaantal van 454.693. Nochtans zegt Gaublomme “De bedoeling is niet om die maximumcapaciteit te overstijgen maar om dat aantal (dat inderdaad tot nog toe vanzelf aangroeide) op een kwaliteitsvolle manier op te vangen.” Men kan zich vragen stellen bij deze uitspraak in het kader van een uitbreiding van meer dan 10 miljoen euro…
Alternatieven
Van de vijf ontwerpen die door de Vlaams Bouwmeester weerhouden werden, is het gekozen ontwerp het enige dat een uitbreiding naar buiten voorzag! De andere vier ontwerpen zagen geen probleem met de huidige in- en uitgang. Enkele benutten wel de open, kale ruimte van het Opperhof door daar volumes te plaatsen waarvan het dak als open ruimte zou fungeren in plaats van de smalle paadjes die er nu zijn langs de binnenkant van de walmuur.
Wie het dan toch buiten het kasteel wil zoeken, moet niet eens ver lopen. In een deel van de Oude Vismijn zit nu al het infopunt voor toeristen. De ruimte met bar en restaurant, met dat magnifieke zicht op de Vleeshallen, verhuurt de Stad aan een particulier. Zou dit geen pracht van een plek zijn als eindpunt van een bezoek aan het Gravensteen? En wie het Veerlepleintje niet bovengronds wil oversteken (je vraagt je af waarom) zou misschien zelfs door een tunnel kunnen gaan, die dan aansluit op de reeds bestaande ondergrondse constructie van de Oude Vismijn, of via een wandelpad onder de Onthoofdingsbrug. Geslaagde voorbeelden hiervan zijn het AfricaMuseum in Tervuren, het Mauritshuis in Den Haag of op een grotere schaal het Louvre in Parijs.