Naar aanleiding van Erfgoeddag 2021 hadden wij een interview met Geert Van Doorne, voormalig Directeur Monumentenzorg Gent en beheerder van het Gravensteen.
U leest en hoort het hieronder.
Mijnheer Van Doorne, u heeft een lange staat van dienst in de Monumentenzorg, hoe bent u daar terechtgekomen?
Dat was in 1975, het jaar van het Onroerend Erfgoed. In ‘76 schreef de stad examens uit voor assistent bij de dienst culturele zaken. Ik heb daaraan meegedaan. Ja, in de tijd om te mogen meedoen aan de examens moest ik het diploma hebben van Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde. En dat was een stringente voorwaarde. En burgemeester Gerard van den Daele was enorm geïnteresseerd in archeologie. Onder Gerard van den Daele is een dienst archeologie opgericht. Maar de leden van het schepencollege vonden dat het wat te weinig om het lijf had en hebben dan gezegd: laat ons de historische monumenten – het beheer daarvan – losmaken van de dienst van de historische musea, de Bijloke, Sint-Baafsabdij, en dat bij die archeologie steken. Dat werd de dienst Archeologie en Historische Monumenten, en ik, pas geslaagd in dat examen werd daarbij ingebracht. En dan in ’81 is het toenmalig diensthoofd, dus mijn baas, Johan Van den Houtte overleden in een tragisch auto-ongeval, en ik ben hem opgevolgd als leidinggevende van de dienst Monumentenzorg.
Ik zeg nu dienst Monumentenzorg uit gewoonte, maar dat was de dienst Archeologie en Historische Monumenten. Ik heb daar Monumentenzorg van gemaakt omdat ik vond dat het beheer over historische monumenten op zich wat te weinig zegde over het zorgend omgaan met het Erfgoed. En uiteindelijk ben ik 32 jaar verantwoordelijk geweest voor het Kasteel. Na Fons van Werveke, na Henri Nowé, na Johan Vandenhoute was het mijn beurt.
En met de steun van Jacques Monsaert die toen schepen van Openbare Werken was en van Stedenbouw, heb ik het beleid rond de zorg voor het Erfgoed en de oude stadsbuurten – onder andere het Patershol – op gang getrokken. Want in 1981 – het zit allemaal heel kort bij mekaar – is het Patershol erkend als eerste stadsherwaarderingsgebied van Gent, en in de jaren ’80 hebben wij toen een actieve renovatiepolitiek daar op gang gebracht.
In feite waren we in heel het land, met alle historische steden hetzelfde bezig, dat is dan op gang gekomen. En ook de mentaliteit bij de mensen, want in feite, alle Gentaars waren gedesinteresseerd voor hetgeen dat hun oude stad inhield.
En ik heb moeten vechten tegen echte lobby’s van architecten, notarissen, immobiliënmakelaars: al wie dat er geld kon verdienen bij de afbraak van de oude stad, en die er baat bij had om restauratie- en renovatieprojecten tegen te houden en af te blokken.
Nu plant men een doorboring van de walmuur en een uitbreiding van het Gravensteen. Hoe kijkt u daar tegenaan?
Er zijn zo’n aantal zaken die gezwind vergeten worden. Ten eerste: op de plaats waar men dat paviljoen wil bouwen, en waar die groenzone is, daar stonden huizen in de Geldmunt. En die huizen zijn afgebroken nadat ze onteigend waren door de overheid, door de stad en de Belgische staat.
Om de muren van het kasteel zichtbaar te maken werd alles afgebroken. Dus die eigenaars zijn op dat ogenblik eigenlijk onterfd, en in compensatie heeft men dan met al die onteigende eigenaars afgesloten dat er nooit op die grond iets zou mogen terug gebouwd worden.
Dat kan niet! Dat de overheid u uit uw eigendom jaagt, dat afbreekt tot in de funderingen, zonder compensatie, zonder planschade. Ja, er is betaald, maar de psychologische planschade was: hier gaat nooit meer iets veranderen.
Zo is de bedoeling om het Gravensteen te ontmantelen gemotiveerd, zo is dat goedgemaakt om het zo te zeggen. ‘We gaan hier een stukske oudheidkundig erfgoed zichtbaar maken voor het publiek: were loate zien!’
Want er waren twee initiatiefnemers: de Belgische staat en de stad Gent. En daar zie je ‘t verschil. Het ministerie, dus de Belgische staat, de minister zei: We gaan daar zoveel miljoen tegengooien om die centrale gebouwen van ’t kasteel te restaureren. ‘Jomoar,’ zei burgemeester Émile Braun, ‘daar hebben wij niks aan. De Genteneirs willen die muren zien! Wij gaan geen miljoenen investeren in gebouwen die onzichtbaar zijn, die achter de huizen wegzitten! En, da moe wéeg. Allemaal weg!’
Dus na een pittige discussie heeft de Belgische staat dan toch ook geld vrijgemaakt om de huizen te onteigenen, en de belofte te doen: daar zal nooit meer gebouwd worden, nooit nie meer!
Kan de Stad daarop terugkomen?
Ze hebben daar wel definitieve beloften gedaan. En de stad heeft ook de omgeving van het Gravensteen verfraaid, want na de afbraak van die huizen zaagt gij niet anders dan binnenmuren, dan koterijen achteraan, en dat paste niet bij het beeld van het Gravenkasteel. En dan heeft de stad door de conventie af te sluiten met de eigenaars van de aanpalende woningen en huizen, heeft de stad een soort van pseudogevels gezet voor die afbraakterreinen – aan het Veerleplein, aan de Geldmunt, Dutry, ook in de Rekelingenstraat en heel de omgeving eigenlijk.
Ze hebben dus eerst de kant van het Veerleplein gedaan, dan de kant van de Geldmunt, en dan de gebouwen aan de binnenkant. Dat is de chronologie van de restauratie. Deels een reconstructie, moeten we wel toegeven, en er zijn een beetje excessen gedaan, bijvoorbeeld het verbreden van het watervlak tot aan de muren, dat is niet origineel want op de gravure van Sanderus ziet ge dat daar geen druppel water was. De huizen stonden tot tegen het Kasteel.
En als ge nu op het Veerleplein komt, dat iets enig, en de wijk Patershol, dat is onlosmakelijk verbonden met het kasteel. Dat is het Gravenstadje, zoals men in de middeleeuwen schreef: ’s Gravenstede, het Castrum: dat was eigendom van de graaf van Vlaanderen.
Waarom is die belangstelling dan weggedeemsterd?
Na de Eerste Wereldoorlog was de meest urgente prioriteit de woonstverschaffing. Men heeft dan met het Albertfonds noodwoningen voorzien voor de bevolking. Men moest de haveninstallaties die door de Duitsers compleet vernield waren her-maken, volledig. Men had dus de dokken en de sluizen vol met gezonken schepen gelegd, zodanig dat er geen doorvaart meer was in het kanaal van Terneuzen.
In feite werd de politiek van Gent in de tweede helft van de XIXde eeuw en in de Belle Époque bepaald door de katoenbarons. Dat waren liberalen. Men had een hele suite van liberale burgemeesters: Lippens, en dan baron Braun – dus de Brauns dat waren mannen van de UCO.
Na de eerste oorlog had Eedje Anseele geweldig veel invloed op koning Albert en op de publieke opinie. Hij dacht dat hij de Gentse Lenin was. Hij ging overal op het Sint-Pietersplein en op andere plaatsen, op de Vrijdagmarkt – met die vuist vooruit, gelijk dat hij gestandbeeld staat aan de Zuid – en met zijn klak op zijne kop het werkvolk gaan toespreken en gaan toezingen – want hij vond dat het proletarische lied een belangrijke rol speelde – en ook schreef hij de Vooruit vol met artikels over het feit dat wereldoorlog een sociale crisis was en geen politieke crisis. Na de Eerste Wereldoorlog, dus in ’18, en in ’20, de jaren twintig, de dolle jaren twintig dat dat de periode moest zijn van de marxistische gelijkschakeling, de klassenstrijd in feite, de dictatuur van het proletariaat. En dat was de prioriteit op dat ogenblik.
En voor oude gebouwen te restaureren, wat men gedaan had voor de oorlog, was er geen interesse meer, geen geld meer. Men wilde verbetering van de cités, van de beluiken, rioleringen in de straten want de mensen stierven aan tyfus, aan cholera door die slechte hygiënische omstandigheden. Men wilde beter medische zorg enzovoort.
Nee, het was gedaan met de monumentenzorg. En al die figuren als Joseph De Waele, die daar een grote rol in gespeeld heeft, Armand Janssens die in het Patershol woonde, in de Drongenhofstraat …en wie had ge zo nog? [Alfons] Van Werveke en Auguste de Maere Limnander die een grote invloed had, en Paul de Smet de Naeyer, en Émile Braun die ook een fervente voorstander was van de restauratie, Armand Heins, allemaal grote figuren, Auguste Wagener in de gemeenteraad, die hebben allemaal ulderen bek gehouden na de eerste oorlog en gezegd: goed, laat ze nu maar rioleringen leggen, laat ze nu maar de waterlopen saneren, de beluiken enzovoort.
En dan …dan was het inderdaad gedaan tot …tot het Jaar van het Bouwkundig Erfgoed, tot in 1975.
Hoe doet het huidige stadsbestuur het nu volgens u?
Zij volgen de trend die overal opgeld maakt. Ik heb dat gezien in Frankrijk ook, het kasteel Saumur en op andere plaatsen. Men wil die dingen als een soort speelgoed gebruiken – het kasteel van Angers is ook zo toegetakeld – en ook profiteren van het massatoerisme dat in de jaren ’90 tot stand gekomen is. Ja, het is het toerisme zien als een geldkraan en iets om mee uit te pakken. ’t Is omdat ze niet capabel zijn om op een andere manier de stad Gent een plaats te geven, dat men het zo maar probeert. Gent probeert het via een leuk toerisme, dat ook nog lucratief is.
En wat [‘stadsbouwmeester’ Peter] Vanden Abeele zegt is stemmingmakerij. Ik kan dat alleen maar zo noemen: stemmingmakerij, de mensen opjagen. Op den duur gaan de mensen nog zeggen dat De Waele het kasteel helemaal vanuit de grond heeft opgebouwd als een attractie.
Het is dus een dubbele agenda, een verborgen agenda, duidelijk. En dat is vloeken hé!
Dat is dus …Joseph De Waele is zich aan het keren in zijn graf. Die mens heeft oprecht zijn best gedaan om correct te tonen waar hij begon en waar de ruïne eindigde. Hetgeen dat hij kreeg: hij kreeg niet meer dan hetgeen dat overschoot, en daar moest hij het mee doen. En De Waele heeft gezegd: kom, ik ga die grens voor eeuwig en altijd tonen. Ge kunt die grens niet wegcijferen: het zit hard in de steen.
Ik heb dus veel buitenlandse kastelen bezocht ook, en overal heb ik vastgesteld – in de periode dat ik beroepsactief was – dat de eigenaars van kastelen het nodig vonden om hun kastelen te ‘verleuken’. Ik kan het niet anders dan met een Hollandse term benoemen.
Bijvoorbeeld in het Muiderslot benoorden Amsterdam hebben ze de verleuking ver doorgevoerd. Het is een soort pretpark geworden, dat kasteel. Dat is nochtans een kasteel uit de XIVde eeuw, gebouwd door de graven van Holland, en in dat opzicht heel goed te vergelijken met het Gravensteen in Gent.
Het is ook een beetje een symbool, het Muiderslot. Het graafschap Holland herkent zich in dat slot zoals het graafschap Vlaanderen zich kan vereenzelvigen met het Gravenkasteel van Gent, vermits bijvoorbeeld het Gravensteen van Brugge niet meer bestaat, het kasteel van Wijnendale neogotisch verbouwd is, en Rijsel ook. Daar staat nog een stukje – ik heb dat ook bezocht – het Palais Rihour, maar dat is later herbouwd in de Boergondische periode, in Franse witsteen. Het is, het is niet te vergelijken met het Gravenkasteel.
Als ge dat wilt visualiseren – het belang van Vlaanderen, van het graafschap in de middeleeuwen – visualiseert ge dat toch het gemakkelijkst in dat kasteel. Want dat staat op topniveau, Europees bekeken: de Europese feodaliteit heeft niet veel dat daarmee te vergelijken valt.
Kan men daar dan een gat in kappen?
Het is een gruwel, ’t en trekt er nie op! Het maken van een gat in de muur van het kasteel: een gruwel. Dat is absurdissimum. Ingaan tegen de bedoeling. En dat is een aspect dat samenhangt met het feodale kasteel. Het feodale kasteel is vanuit zijn karakter ontoegankelijk gemaakt. Het is defensief gedacht: houd ze buiten, houd ze weg! De muren zijn er om brutalistisch gesloten te zijn.
Men verwart blijkbaar een feodale burcht met een renaissancekasteel aan de boorden van de Loire. Dat lacht, Azay-le-Rideau, Chambord: dat zit vol deuren, en over de gracht ligt dat vol met bruggen.
Aan het Gravenkasteel gaat ge geen bruggen leggen. Ge zoudt kunnen aan de westkant, aan de kant van het Gewad tien bruggen leggen over de Lieve, om het kasteel toegankelijk te maken. Maar dat doe je toch niet hé!
Kunnen we het argument van de stad rond toegankelijkheid wel helemaal wegwuiven?
Het culturele leven en het culturele erfgoed moet – zegt de UNESCO – in het kader van de mensenrechten voor iedereen toegankelijk zijn. Maar ze zeggen er wel uitdrukkelijk bij: niet ten koste van andere waarden.
We gaan terug naar 1985. Van toegankelijkheid voor gebrekkigen was er geen sprake. Stilletjes aan is door sensibilisering de mentaliteit, de publieke mentaliteit bewerkt, zodanig dat men daar nu een punt van maakt, dat belangrijk vindt. Maar, ik ben nu zelf ook gehandicapt, als ik in de stad loop of rijd met mijn rolstoel: ik kan nergens een winkel binnen, ik kan nergens een trottoir berijden, ik kan nergens de straat oversteken. Ik kan niet naar het Gravenkasteel, totaal onmogelijk, ik kan er niet bij, en geen enkele gehandicapte.
Men gaat daar zoveel miljoenen uitgeven zonder resultaat, dat het beoogde publiek er toch niet bij kan. Geef gij dertig miljoen euro uit om het Gravenkasteel met zware ingrepen toegankelijk te maken voor rolstoelpatiënten: geen enkel rolstoel kan erbij. Ik geef u op mijn woord dat ik in de Geldmunt het trottoir niet kan berijden met de rolstoel, of niet met een scooter, of niet met een mobylette, wat dan ook. Het Gravensteen kan ik nooit bereiken, zelfs dat paviljoen niet.
Ze hebben een beslissing genomen, lichtzinnig, zonder het dossier te kennen, zonder er een keer over na te denken.
Er is een verborgen agenda. Men wil dat er nu doorduwen en realiseren, als een begin. Onder het mom van de gehandicapten is dat het begin om heel het Gravenkasteel stillekensaan te verleuken. En misschien de andere Historische Huizen van de stad ook, ’t Belfort, ’t Stadhuis, Lakenhal. Allemaal topmonumenten hé!
SOS Gravensteen was blij een ervaren man te mogen horen die met verstand en hart kan spreken over archeologie, geschiedenis en monumenten.
Erina
Het is de huidige dorpspolitici blijkbaar toegestaan om nationaal erfgoed te beheren en te verwoesten. Is het wettelijk in orde als ze de vroeger besloten overeenkomsten niet nakomen?
Katty Devleeschouwer
Luister naar mensen die de Stad mee gedragen hebben
Prachtige uiteenzetting van Geert Van Doorne e.a. Gentenaren
Besef dat er geen enkele generatie nog zal in slagen om zo historische gebouwen met een prachtig verleden gelijkwaardig te kunnen weergeven
Een inhoudelijke meerwaarde en verrijking voor een Stad
Elke muur , Elke steen moet behouden blijven
Zet kooien en liften aan vluchtige projecten, ze worden na tientallen jaren toch weer afgebroken omdat ze aartslelijk zijn zonder waarde
Hendrickx Dany
Prachtig en verstandig verwoord. De man mag dan al in een rollend tuig zittend, de grijze massa werkt prima !! Hoop dat de notabelen dit lezen !!
Luc Vincent
Ik zou uren naar die mens kunnen luisteren.
Ik denk wel dat het Gravenkasteel verantwoord ‘verleukt’ kan worden, maar dan wel ahv. het houden van historische weekends waarbij bv. re-enactors met een passie voor geschiedenis en een passie voor het (behoud van) het Gravensteen de bezoekers verwonderen en verblijden door een glimp van de geschiedenis van het kasteel te tonen. Het hoeven daarom niet steeds ridders te zijn. Het industrieel verleden kan ook uitgebeeld worden. Het feit dat er huizen tegen gebouwd waren kan ook op de een of andere manier worden uitgelicht. Maar dan wel zonder het uitzicht van de buitenkant noch binnenkant (en de binnenpleinen) om zeep te helpen.
Marc Vanfraechem
Ik vrees dat het Gentse stadsbestuur liever helemaal niét naar deze man zou luisteren.
Willi Huyghe
Mijnheer Van Doorne combineert deskundigheid, visie en ervaring. Reeds meermaals is het argument ‘toegankelijkheid’ met reden van tafel geveegd. Dat de schepen en het college dit argument blijven opperen is uiterst doorzichtig. Waarom geen lift in Sint-Baafs? Gent scoort sinds jaar en dag ondermaats als het over toegankelijkheid gaat. Onder mijn vrienden tel ik meerdere rolstoelgebruikers. Met hen in de buurt van het Gravensteen en elders in de binnenstad voorbij de terrassen van de positief gediscrimineerde horecazaken trachten laveren, is een bijzonder hachelijke onderneming. Aandacht mag gaan naar het verhogen van de toegankelijkheid van het Gravensteen, andere historische gebouwen en musea, maar het gewraakte bouwsel is voor dat doel geen noodzaak. Door de wil van de bewoners te volgen en het parkje groen te houden, kunnen de betrokken overheden en private partners de op deze manier vrijgekomen budgetten integraal besteden aan een zichtbaar meer toegankelijk Gent.
François de Clippele
Uit zoveel kennis en ervaring zo duidelijk stellen waarover het gaat!
Wat een moed, wellicht gegroeid uit een jarenlange en ongelijke strijd tegen belangengroepen die voor niets terugdeinzen.
Het Gravensteen was in goede handen.
Geruisloos en gestaag zaagt deze historische stad de takken door waarop ze nog zit.
Braekenier Jeanine
Zo mooi uitgelegd …. Hopelijk gebruiken ze hun verstand en houden ze HUN HANDEN AF VAN ONS GRAVENSTEEN
patrice de meyer
Super artikel! Ik weet niet goed wat onze politici bezield. Ja, in sredenbouw werken een aantal minimalitisch ingestelde ambtenaren, die vinden dat historische gebouwen beter tot hun recht komen met witte legoblokwoningen ernaast. Oude Houtlei, Bijlike, Leopoldskazerne… De politiek die jarenlang van Gent een tweede Brugge wilde maken, heeft zijn kar gekeerd. Gent moet hip zijn, hedendaags ogen… endat kan moeilijk met al dat erfgoed. Dus we verleuken het, of beter: verneuken het.
Meer dan juist dat de ware reden niet de toegang voor gehandicapten is. Ik heb nog nooit gezien dat ” gehandicapten ” vermeld stonden in de vele dossiers over straatheraanleg waarvoor ik de participatie ( mee) organiseerde. Enkel occasioneel bij parkeerplaatsen, maar stoepen? Niet dus. Omwille van poltieke spelletjes met DeLijn is zelfs de Veldstraat ontoegankelijk. Stoepen hellen af, en alles voor wagens bv verlichting, borden, parkeerautomaten… het moet op de stoep. Samen met andere ingrepen bv rooien van historische bossen, zie ik onze overheid echt niet als erfgoedminded. Maar ik vrees dat weinig of geen partijen dit nog zijn, het wordt stilaan allemaal 1 neoliberale pot nat.
Deseijn Guido
Goed zo Geert – zo ken ik je weer…!!! Ik sta 100% achter jou en je inzet voor SOS Gravensteen! Ook ik ben in 1975 door dezelfde microbe gebeten bij de revival van de Vlaamse monumentenzorg onder minister voor Nederlandse Cultuur en Vlaamse Zaken Rika De Backer-Van Ocken (regering Tindemans). Ik was toen 1973-1974 aangeworven als architect-stedenbouwkundige bij de Stad Gent – maar mijn passie ging algauw uit naar (stads)archeologie en onroerende erfgoedzorg in Gent… Ik stond toen al manifest achter het behoud van Gentse historisch erfgoed (mijn medewerking aan de Inventaris voor het Bouwkundig Erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap, de renovatie van de resterende typische beluiken door het toenmalig Gents Grond- en Bouwbedrijf, het lobbyen voor het behoud van met sloop bedreigde Huis De Raeve in de Onderstraat – of nog voor de bescherming als monument van de woningen van art-nouveau architect Geo Henderick…). Diezelfde jaren verdiende ik met mijn partner Gerda Verheeke onze ‘sporen’ door de oprichting van het ‘Aksiekomitee Patershol’ – samen met dit van Mong Rosseel e.a. (embryo van De Vieze Gasten) in de Sleepstraat de eerste sociaal gerichte buurtwerking die naam waardig binnen Gent – toen nog pionieren maar nu al gemeen goed… Het lobbyen voor het behoud van het Patershol tegen de destijds geplande tabula rasa van deze volksbuurt (in navolging van de Groene Briel) stond daarbij prioritair – net als de heropleving van de Patersholfeesten (geregistreerd door de BRT documentaire “k Leve Nog – Van een buurt die niet sterven wil…”). De steun aan het Plan Zerck & Mulder voor de ‘make-over’ van het bouwkundig erfgoed van het Patershol was daarin een eerste etappe – maar ging niet ver genoeg… In navolging daarvan heb ik bij het Gents stadsbestuur mijn interne mutatie aangevraagd om net als Geert Van Doorne in de dienst van Joan Van den Houtte te gaan werken en aansluitend – toen er gemotiveerd en technisch bevoegd personeel werd gezocht voor het toen opgerichte Gents industriemuseum MIAT te helpen uitbouwen – mijn mutatie daarheen aangevraagd… Sindsdien ben ik tot mijn pensioen parallel actief gebleven in de Gentse erfgoedsector o.a. in 1977 als stichtend lid bij de oprichting van de Gentse Vereniging voor Stad, Archeologie, Landschap en Monumenten… Normaal dat ik net als Geert en (hopelijk) met steeds meer sympathisanten met het lot van het Gents Gravensteen begaan blijf – voor één van Europa’s uniekste en gaafst behouden middeleeuwse burchten in stedelijke context…
Eric de Kuyper
Erg mooi pleidooi van de heer Van Doorne. Moedig ook dat hij de hypocrisie van de tegemoetkoming aan de rolstoelgebruikers aanklaagt. Telkens opnieuw wordt dat argument gebruikt om dure verbouwingen aan te brengen. Die… niet gebruikt worden of kunnen worden. Ik zie nauwelijks rolstoelgebruikers in het stadsbeeld. Eén enkele keer in een schouwburg. Eén of twee keer op een trein.
Ik ben zelf (nog) geen rolstoelgebruiker. Maar ik kan me voorstellen dat al die faciliteiten (?) mij niet zouden verleiden om mobiele exploratietochten te ondernemen.
Sylvine Brasseur
Dank U voor dat interview, mijn grootvader, zoon van Joseph de Waele zei dat zijn vader na grote studiereizen tot in Syria zoveel gerestaureerd heeft dat hij kon herkennen, en de rest van de ruïne gelaten heeft.
Filip Poppe
Zeer interessante uiteenzetting… Als echte Gentenaar die zijn jeugd in de Geldmunt doorgemaakt heeft zeer waardevol… Waar is er een kasteel midden in een centrum met die uitstraling? Gene beton op onze gazon!
Peter Vonck
Niet toucheren aan het kasteel maar wel in de buurt een bestaande locatie met foto’s en wandeltochtfilms doorheen het kasteel. Elk hoekje én kantje gefilmd en gefotografeerd.
Niet duur dit ! Museum gelijkvloers. Middeleeuws ingericht. Straten omheen aanpassen voor rolstoelen !!
Kom maar eens met een rolstoel naar centrum Turnhout en doe de test ! Burgemeesters hier werken al decennia aan stoeploze vlakke straten en schuine brede opkanten waar nodig. In Gent moet dat toch ook kunnen!
Ik denk dat dit nog de beste oplossing is.
Mvg
Peter
Paul OYEN
Met een stille bewondering Geert voor wat je deed en nog doet voor
ons Gents patrimonium.
Ik denk dat er voor de site van de ruïne van de St.-Baafsabdij ook
een verborgen agenda bestaat, dat er ook aan “verleuken” gedacht wordt.
En dat bij gebrek aan “visie” voor wat een abdij met zijn monikken was!
Verbeeck
Als er dan toch een bijgebouw moet komen met o.a. een lift voor gehandicapten, dan zou ik voorstellen van iets wat zeker historisch verantwoord misschien is; namelijk een gebouw in de vorm van een belegeringstoren of stormtoren. De valbrug kan dienst doen als toegang tot de burcht.
David
Zeer interessante uiteenzetting. Het verleuken van zo’n kasteel is niet nodig. De fantasie van een kind is veel vrijer zonder dat het een pretpark wordt!
jean Stockman
Zeer goede uiteenzetting van dhr van Doorne, respect!
Laat toch de mensen die heel hun leven in Gent gewoond hebben beslissen. Als je voeling met je stad wilt hebben is dit wel nodig. Je gaat als Gentenaar toch ook niet in bvb :In Aalst gaan vertellen dat ze hun Carnaval moeten aanpassen ?
Het geheel is mooi zoals het nu is. Maak inderdaad de omgeving rolstoelvriendelijker, Deze gebruikers gaan er veel meer aan hebben .
Dirk Geeroms
Naast het feit dat er, zoals Geert Van Doorne terecht stelt, geen bebouwing meer op de onterfde gronden kan komen, is er een architecturaal probleem van schaalverhouding. De vrijmaking destijds van het Gravensteen heeft tot gevolg dat geenenkel gepland gebouw op de ” weide ” enige schaalverhouding kan hebben t.o.v. het Gravensteen. Het enige dat zou kunnen is een totaaloplossing van omgeving en burcht, het ene kan niet zonder het andere waarbij het huidige zicht op het Gravensteen zeker moet bewaard blijven . Het excuus dat er vroeger huizen rond het Gravensteen stonden is naast de kwestie want die stonden niet op zich maar vormden zelf een muur die nu definitief verdwenen is.
SOS Gravensteen
Wij zijn benieuwd naar uw alternatieven. U kunt deze doorsturen naar alternatiefvoorstel@sosgravensteen.be
Christine De Wilde
Bedankt Geert voor deze deskundige en wijze uiteenzetting. Naar mensen, zoals jij, met een grote historische kennis en beroepservaring zou er moeten geluisterd worden en ik hoop uit de grond van mijn hart dat dit ook zal gebeuren.
Wat men schikt te doen, kan toch niet! Laat het Gravensteen een echte burcht blijven.
Gentenaars! Laat deze aanslag niet gebeuren!
Mensen uit het Gentse Stadsbestuur luister aub naar deze deskundigheid en investeer misschien beter in goed begaanbare en berijdbare straten en voetpaden.
Laat deze muren onaangetast, ze zijn een bewijs van wat ooit een feodale burcht was.
Fernand Destanberg
Gent, investeer liever in een nette en goed toegankelijke stad. Dit is hard nodig. Als ik vergelijk met Brugge, dan moet ik toegeven dat er meer geïnvesteerd wordt in een goede toegankelijkheid. Mooie brede straten en voetpaden, fietsvriendelijk enz…
Laat de muren van het Gravensteen zoals ze nu zijn. Ze zijn een duidelijk historisch voorbeeld van wat ooit een feodale burcht was. Elke Gentenaar is fier op dit kasteel en terecht! Uniek in het centrum van een stad. Waar vind ge dit nog in ons landje?
Mensen van het stadsbestuur, lees aandachtig de tekst van Geert Van Doorne! Zijn deskundigheid zou een helpende hand moeten zijn voor diegene die moeten beslissen. Vergeet vooral de bevolking niet!
Handen af van het Gravenkasteel!
Oswald Van Ooteghem
In de Vismijn kan men voor gehandicapten een virtuele rondleiding organiseren.